Selecteer een pagina

Van een vriendin kreeg ik een kweek-je-eigen-venus-vliegenvanger-pakket. Ze had waarschijnlijk niet naar de instructie gekeken, want het komt nogal nauw zo’n tropisch plantje opkweken. De plantjes kunnen niet tegen kraanwater, dus je moet regenwater gebruiken, de planten hebben 25*C of meer nodig en het duurt 2 a 3 maanden voordat de (ieniemienie! En het zijn er maar 10) zaadjes gaan kiemen. Pas na een paar jaar (!) zijn de planten volwassen.

Ik had het pakketje al een maand in huis, en nog steeds geen idee hoe ik het ging oplossen.

Toen liep ik op een ongepland moment een prachtige plantenzaak op de Breestraat in en daar stonden grote flessen met vleesetende plantjes erin.

Dat gaf me de inspiratie om mijn eigen opstelling te knutselen: een soort broeikasje! Ik had nog een mooie grote fles waar olie van Finca-Forata-Olijfolie in had gezeten en die heb ik gevuld met de nodige stenen, het meegeleverde turf met regenwater uit de tuin en vijf van de zaadjes die ik met een pipetje met regenwater één voor één heb opgezogen en uitgespuugd op verschillende plekjes in de fles. Uit de tuin had ik ook nog wat (hopelijk schoon) mos opgehaald en nu lijkt het heel wat. En ik hoef m geen water te geven: het heeft zijn eigen cyclusje.

Het ziet er best profi uit, vind je niet?

En nu maar afwachten…

Dit hele gebeuren maakte van een kado dat ik eerst een beetje ingewikkeld vond, een spannend avontuur, en het zette me aan het denken over de balans en de grote hoeveelheid tijd die een tropisch bos biedt aan alles dat er leeft. En wat een enkel zaadje waard kan zijn.