Al zeker een jaar lang lagen er schoteltjes en schaaltjes met pompoenpitjes in een hoekje van de kamer. Daar moest ik nog wat mee. Die dingen weggooien zou toch zonde zijn, zeker omdat er zulke prachtplanten uitkomen. Daarnaast vond ik het onzin om zo veel geld te besteden aan een zak pompoenpitten, terwijl je ze zelf met iedere pompoen die je eet voor de hand hebt. En ook de andere kant op vind ik het respectloos: als je een zak pitten koopt, weet je ook niet of de pompoenen wel allemaal zijn verwerkt en opgegeten?
Wat niet allemaal tot kieming kan komen, kun je toch beter gebruiken, dacht ik.
En dus stapelden de hoopjes ongeschilde, gedroogde pitten zich op, tot ik een antwoord zou vinden op de vraag: hoe ontpit ik een pompoenpit?
En dat ‘ie dan schoon is en dat het niet te veel tijd kost.
Ik overwoog de vraag ergens te stellen. Aan het internet bijvoorbeeld. Of een vriend die veel van macrobiotiek weet. Iemand van wie ik wist dat hij eens een oliepers had gekocht. Ik vroeg het niet. En het was niet nodig.
Ik had er op mogen vertrouwen: dat de pompoenpit zélf het me zou vertellen.
Zoals de konijnen en het helmgras me leerden vlechten, zo moest ik ook te werk gaan aan de pompoen: hem beter leren kennen.
De pompoen krijgt zelf dat zaad prachtig uit die schil, dan weet de pompoen ook hoe het moet.
Met het vertrouwen dat als ik me even volledig op het probleem zou werpen en verschillende dingen ging proberen, het antwoord naar me toe zou komen, ging ik aan het werk. In de tijd dat mijn dochter haar slaapje deed, wilde ik hebben uitgevonden hoe je een pompoenpitje schoon uit de schil krijgt.
Mijn schoonmoeder had me ooit eens voorgedaan hoe je op het puntje van het pitje kan bijten en dat je dan het zaadje er mooi uitkrijgt. Om hygiënische redenen wilde ik het zaadje niet in mijn mond nemen, dus ik begon met een knijper. Gewoon vaak proberen, dan zou ik er misschien vanzelf handigheid in krijgen, net als breien. Maar hoewel het wel steeds een klein beetje beter ging, ik bleef het zaadje kapot knijpen en het kostte nog steeds veel tijd. Niet elegant genoeg.
Dat puntje, daar moest ergens water door om het zaad te laten kiemen. Dat moest de plek zijn waar het zaad het makkelijkst open kon gaan. Als ik dáár nou eens een soort wig in zou zetten.. en jawel! Met een satéprikker ging het zaad gemakkelijk open en bleef het ook nagenoeg heel.
Voordat mijn dochter wakker was, had de pompoen me geleerd hoe het zaad te ontpitten. Ik had het alleen even hoeven vragen, even extra aandacht te geven. In een half uur had ik ook de rest van de pitjes van de schil ontdaan, genoeg voor gebruik op een brood of in een paar salades.
6 pitjes van deze pitjes zaaide ik, alle zes zijn het nu prachtige kiemplanten.
Recente reacties